De celwand is een beschermende laag aan de buitenkant van de cel die het celmembraanomsluit. De celwand zorgt voor de vorm en stevigheid van de cel. Daarnaast beschermt de celwand tegen beschadiging en indringers van buitenaf. Een celwand komt voor om de cellen van planten, schimmels en prokaryoten.

Cellulose

De celwand bestaat uit zetmeel en eiwitten die in de cel worden gemaakt en via de celmembraan worden uitgescheiden. Het hoofdbestanddeel van de celwanden van planten is cellulose, een type zetmeel.

Turgor

Plantencellen behouden hun stevigheid en vorm door de druk van water die van binnenuit op de celwand staat. De druk op de celwand kun je vergelijken met de luchtdruk in een ballon. De waterdruk in een plantencel, die we turgor noemen, ontstaat door osmose. Doordat de vacuole een hoge concentratie opgeloste stoffen bevat, neemt hij veel water van buiten de cel op. De vacuole zwelt hierdoor op. De celwand levert tegendruk die de cel in vorm houdt en voorkomt dat deze barst.