Organellen zijn als het ware de organen van een cel, met elk een eigen gespecialiseerde vorm en functie. Je kunt ook zeggen dat organellen de functionele eenheden van een cel zijn.
Organellen komen alleen voor in eukaryote cellen en zijn elk omgeven door een eigen membraan. Prokaryote cellen hebben geen organellen.

Verschillende organellen

Over het algemeen bevatten alle eukaryote cellen een celkern, een endoplasmatisch reticulum, een golgi-systeem, kleine vacuolen en mitochondriën. Plantencellen bevatten daarnaast ook plastiden en een grote centrale vacuole. Dierlijke cellen hebben lysosomen. De organellen liggen in het cytoplasma.

Naast organellen vind je in of aan cellen altijd een celmembraan en een cytoskelet, en soms een celwand. Omdat ze niet omsloten worden door een membraan, noemen we ze geen organellen.