De interfase omvat het grootste deel van de eukaryote celcyclus. Naast de interfase bestaat die celcyclus uit de mitose. De meeste cellen bevinden zich het grootste deel van de tijd in de interfase. De interfase bestaat uit drie subfasen: de G1-, S-, en G2-fase.

G1 Fase

In de G1-fase voert een cel zijn functie uit; een spiercel zorgt bijvoorbeeld voor beweging van een dier, een cel in een blad zet zonlicht om in energie voor een plant. Als de cel later zal delen, groeit hij in deze fase en worden eiwitten en organellen aangemaakt.

S Fase

Als de cel zich gaat voorbereiden op de mitose, gaat hij vanuit de G1-fase over in de S-fase. In die fase, die vrij veel tijd in beslag neemt, vindt DNA-replicatie plaats: de chromosomen worden verdubbeld. Ook tijdens de S-fase groeit de cel en worden eiwitten en organellen aangemaakt.

G2 Fase

In de G2-fase, tot slot, groeit de cel nog steeds en vinden verdere voorbereidingen op de mitose plaats.

Interfase Schematische Weergave:

interfase