Basenparing is de binding via waterstofbruggen tussen de stikstofbasen C en G, respectievelijk A en T (in DNA) of U (in RNA).

Een DNA-molecuul bestaat uit twee strengen waarin nucleotiden met vier verschillende stikstofbasen voorkomen: adenine,  thymine, cytosine en guanine. Deze stikstofbasen vormen vaste paren: guanine in de ene streng gaat altijd gepaard met cytosine in de andere streng. Adenine gaat in DNA altijd gepaard met thymine. RNA-moleculen bevatten in plaats van thymine de stikstofbase uracil, die dan ook paart met adenine.

De ene streng vult dus de andere aan; we noemen twee basenvolgordes die zo aan elkaar (kunnen) zitten complementair. Dankzij deze vaste basenparing kan DNA worden gekopieerd, zonodig gerepareerd, worden omgeschreven in mRNA in de transcriptie, en kan mRNA worden vertaald in eiwit tijdens de translatie.

Waterstofbrug

De basenparen tussen twee DNA-strengen worden bij elkaar gehouden door waterstofbruggen. Adenine is steeds met thymine of uracil verbonden door twee waterstofbruggen, cytosine en guanine zijn telkens met elkaar verbonden door drie waterstofbruggen. Deze verbindingen houden de twee DNA-strengen van de dubbele helix bij elkaar.