De term ‘structuurgen’ wordt gebruikt om in prokaryoten een gen aan te geven dat codeert voor een RNA of eiwit dat betrokken is bij een bepaalde activiteit in de cel.

In prokaryoten liggen genen die coderen voor ‘samenwerkende’ producten vaak naast elkaar in het genoom, achter een gezamenlijke promotor en andere regulatie-onderdelen. Op die manier kan de expressie van zo’n groepje samenwerkende genen als geheel gereguleerd worden. Zo’n groep wordt wel een operon genoemd.

Promotor, regulatorgen, operator

Een operon kan, naast een eigen promotor, ook regulatorgenen hebben. Die coderen voor transcriptiefactoren die de expressie van de structuurgenen beinvloeden, door te hechten aan een operator, een stukje sequentie tussen de promotor en de structuurgenen in.

Afbeeldingen

Het regulatorgen codeert voor een repressor. Er is geen inducer aanwezig dus de repressor bindt aan operator. Hierdoor kan RNA-polymerase niet aan de promotor binden en worden de structuurgenen niet afgelezen. Het operon staat uit.

Het regulatorgen codeert voor een repressor. Er is een inducer aanwezig, dus de repressor is geinactiveerd. RNA-polymerase kan aan de promotor binden en de structuurgenen worden afgelezen. Het operon staat aan.