Translatie is het ‘vertalen’ van mRNA in eiwit. Het proces vindt plaats aan de ribosomen. In de translatie wordt de nucleotidenvolgorde van het mRNA herkend, en worden de bijbehorende aminozuren aan elkaar gekoppeld tot een eiwit.

Codonsysteem

Een mRNA-sequentie, een serie letters, kan onderverdeeld worden in ‘woorden’ van drie letter: codons. Voor bijna elk codon bestaat een tRNA-molecuul met de complementairenucleotidenvolgorde, het anticodon. Dat tRNA-molecuul heeft een aminozuur bij zich dat hoort bij dit codon. We zeggen dat het codon voor dit aminozuur codeert.

Drie stappen

Een ribosoom vouwt zich om het mRNA heen. Een tRNA-molecuul met aminozuur beweegt, via basenparing gebonden aan een mRNA-codon, door het ribosoom heen, en laat uiteindelijk het aminozuur achter aan het groeiende eiwit.

Start en stop

Translatie begint altijd bij de mRNA-sequentie AUG, het zogenaamde startcodon. Het translatieproces eindigt als het ribosoom één van de stopcodons UAA, UAG of UGA tegenkomt. In dat geval kan er geen tRNA meer aan het ribosoom binden en wordt de gemaakte eiwitketen losgekoppeld.