Het genoom is de complete verzameling erfelijk materiaal van een cel of een virus.

Chromosomen

Het genoom van prokaryote cellen bestaat uit één lang DNA-molecuul in de vorm van een ringvormig chromosoom.

Het genoom van eukaryote cellen bestaat meestal uit meerdere DNA-moleculen die elk verpakt zijn in een chromosoom. Daarnaast hebben de mitochondriën in eukaryote cellen ook eigen DNA, het zogenaamde mitochondriaal DNA. Dit DNA codeert voor eiwitten die zorgen voor de werking van mitochondriën. Ook plastiden hebben eigen DNA. Zulk DNA in organellen wordt echter meestal niet tot het genoom gerekend: dat omvat alleen het chromosomale DNA, dat bij eukaryote cellen in de celkern ligt.

Genen en ???

Het genoom bestaat uit coderende en niet-coderende stukken DNA-volgorde. We noemen sequenties coderend als ze genen bevatten met informatie voor de synthese van RNA en/of eiwitten. De genen beslaan maar een klein deel van het DNA van eukaryoten. Het grootste deel is niet-coderend DNA. Tot voor kort noemden we dit ‘junk-DNA’, maar het lijkt erop dat dit DNA juist belangrijke functies vervult voor de cel.