Een gen is een afgebakend stuk DNA op een chromosoom, dat in de volgorde van nucleotiden de informatie bevat voor één of meerdere specifieke eiwitten. Je kunt ook zeggen dat het gen codeert voor het eiwit. Een eiwit kan een erfelijke eigenschap tot uiting brengen, zoals bloedgroep of bloemkleur.
Definitie Gen
(Vertaald uit een Engelse definitie) Een specifieke sequentie van nucleotiden in DNA of RNA die gewoonlijk op een chromosoom is gelokaliseerd en die de functionele eenheid van overerving is die de transmissie en expressie van één of meer eigenschappen regelt door de structuur van een bepaald polypeptide en vooral een proteïne te specificeren of de functie van ander genetisch materiaal.
Elk gen heeft een vaste plaats, een zogenaamd locus, op een chromosoom. Op die plaats kunnen van hetzelfde gen verschillende varianten voorkomen, die we allelen noemen.
In tegenstelling tot wat je misschien zou verwachten, bestaat slechts een klein deel van alle DNA in een cel uit genen. De rest is DNA dat niet codeert voor eiwitten, in het Engels non-coding DNA (ncDNA).
Aantal Genen per Organisme
Organisme: | Aantal Genen: |
De Mens | ~25 000 |
Planten | >50 000 |
Vliegen | 12 000 |
Schimmels | 6000 |
Bacteriën | 500 – 6000 |
2 Comments
Wat vinden jullie van de volgende omschrijving? Is die niet iets netter / beter?
Een gen is in de biologie een discrete eenheid van erfelijk materiaal, waarmee organismen erfelijke eigenschappen doorgeven aan hun nageslacht. Genen zijn onderdeel van chromosomen en bestaan uit stukken DNA. Alle genen samen bepalen het functioneren van de cellen waaruit het organisme is opgebouwd.
Waarom discreet?