Een waterstofbrug is een zwakke chemische verbinding die voorkomt tussen polaire moleculen. Een waterbrug ontstaat als een positief geladen waterstofatoom, dat in een molecuul gebonden is aan een negatief geladen atoom, ook aangetrokken wordt door een negatief geladen atoom van een ander molecuul. Doordat van beide moleculen een negatief geladen atoom trekt aan het positieve waterstofatoom, houdt het waterstofatoom de twee moleculen bij elkaar. In levende cellen ontstaan waterstofbruggen meestal tussen negatief geladen zuurstof- en/of stikstofatomen.

DNA

In DNA komt de basenparing tot stand door waterstofbruggen. DNA bestaat uit twee strengen waarin nucleotiden met vier verschillende stikstofbasen voorkomen: adenine, thymine, cytosine en guanine. De stikstofbasen vormen vaste paren. Adenine is steeds met thymine verbonden door twee waterstofbruggen, cytosine en guanine zijn telkens met elkaar verbonden door drie waterstofbruggen. Hoewel waterstofbruggen zwakke verbindingen zijn, houden ze door hun grote aantal de twee complementaire DNA-strengen bij elkaar. Daardoor heeft dubbelstrengs DNA de vorm van een dubbele helix.

Eiwitten

De secundaire structuur, oftewel de vouwing, van eiwitten ontstaat door waterstofbruggen tussen peptidebindingen in aminozuren.

Illustratie

Waterstofbruggen tussen watermoleculen. Afbeelding van Qwerter via Wikimedia Commons