Transcriptie is het proces waarin de informatie in DNA nucleotide voor nucleotide wordt omgeschreven in RNA.

Aanmaak van een RNA-streng

RNA-polymerase is het enzym dat een RNA-streng maakt, met een DNA-streng als sjabloon. Door het proces van basenparing worden RNA-nucleotiden in de juiste volgorde aan elkaar geplakt, min of meer vergelijkbaar met DNA-replicatie.

RNA-polymerase beweegt langs een DNA-streng, van de 3’-kant richting de 5’-kant van die streng, en koppelt RNA-nucleotiden aan elkaar tot een nieuwe streng. Als RNA-polymerase langs de streng beweegt, wijken de twee DNA-strengen van de dubbele helixuiteen.

Start en stop

Om aan te geven waar RNA-polymerase moet starten met transcriptie, hebben genenzogenaamde promotors: stukjes nucleotidenvolgorde waar transcriptiefactoren aan binden. Alleen bij die transcriptiefactoren kan RNA-polymerase aan het DNA binden en starten met transcriptie.

Om aan te geven waar de transcriptie moet stoppen, hebben genen een speciale nucleotidenvolgorde aan het eind (niet te verwarren met het stopcodon tijdens translatie). Het stuk RNA dat van die nucleotiden wordt gemaakt, zorgt dat de transcriptie stopt.

Volgende stap

Voor mRNA-moleculen is translatie de volgende stap. In eukaryoten vindt eerst nog een tussenstap plaats: splicing.