Meiose is het proces van celdeling waarbij vier dochtercellen ieder de helft van het aantal chromosomen van een oudercel krijgen. Meiose vindt alleen plaats in geslachtsorganen van eukaryote organismen en leidt tot de productie van geslachtscellen.

Meiose bestaat uit twee ronden van celdeling: meiose 1 en meiose 2. Na deze delingen zijn uit één diploïde lichaamscel vier haploïde cellen ontstaan.

Meiose 1

Voorafgaand aan de meiose worden, door DNA-replicatie, de chromosomen verdubbeld. Van elk chromosoom zijn nu twee kopieën aanwezig, die aan elkaar vast zitten op een plek die centromeer heet. Zolang ze aan elkaar vast zitten, noemen we de twee kopieën chromatiden.

De dubbele chromosomen worden verplaatst naar het midden van de cel, waar de homologe chromosomen (1 van de vader en 1 van de moeder) tegenover elkaar gaan liggen. in dit stadium van de meiose kan crossing over plaatsvinden.

Eiwitdraden hechten zich aan de chromosomen en trekken de homologen bij elkaar vandaan. De cel deelt zich, en elk van de twee dochtercellen is nu haploid. Van elk chromosoom bevat een dochtercel nu één exemplaar: dat van de vader of dat van de moeder. Wel bestaat elk chromosoom nog uit twee chromatiden.

Meiose 2

Na meiose 1 volgt een tweede deling. Daarvoor bewegen in beide dochtercellen de chromosomen weer naar het midden van de cel; de twee chromatiden laten los en worden door trekdraden uit elkaar getrokken, waarna beide dochtercellen wederom delen. Het resultaat: vier haploïde cellen.

Mitose

Meiose wordt weleens verward met mitose, een centraal proces in de groei van weefsels en organismen. Mitose heeft overeenkomsten met meiose, maar is in feite een heel ander proces.