‘Dubbele helix’ is een omschrijving van de vorm die een uitgerold DNA-molecuul heeft: twee strengen die om elkaar gedraaid zijn. De vorm wordt tegenwoordig vaak gebruikt als het symbool voor DNA.

De helix is ‘rechtsdraaiend’. Als een van de strengen een glijbaan was en je zou er vanaf glijden, dan zou je een bocht maken met de klok mee.

Twee strengen

Een DNA-helix is dubbelstrengs: twee strengen die aan elkaar vast zitten. De verbinding tussen de strengen wordt gevormd door basenparing tussen nucleotiden.

Elke enkele DNA-streng is een serie nucleotiden. Iedere nucleotide in de streng zit aan de ene kant met zijn fosfaatgroep vast aan de de(s)oxyribose van de vorige nucleotide; aan de andere kant met zijn de(s)oxyribose aan de fosfaatgroep van de volgende. De kant van de fosfaatgroep noemen we de 5’-kant (“vijf-accent-kant”) van de nucleotide; de kant van de de(s)oxyribose is de 3’-kant.

Richting

Dat betekent dat ook een DNA-streng als geheel een richting heeft. In de dubbele helix is de richting van de ene streng altijd tegengesteld aan die van de andere streng. Begint de ene streng met een 5’-kant en eindigt hij met een 3’-kant, dan begint de andere met een 3’-kant en eindigt met een 5’-kant.