DNA

DNA is de belangrijkste drager van ons erfelijk materiaal.

59 articles

Meiose

Meiose is het proces van celdeling waarbij vier dochtercellen ieder de helft van het aantal chromosomen van een oudercel krijgen. Meiose vindt alleen plaats in geslachtsorganen van eukaryote organismen en leidt tot de productie van geslachtscellen.

iPS-cel

Een iPS-cel (induced pluripotent stem cell ) is een gespecialiseerde volwassen cel die via kunstmatige herprogrammering weer pluripotent wordt.

Interfase

De interfase omvat het grootste deel van de eukaryote celcyclus. Naast de interfase bestaat die celcyclus uit de mitose. De meeste cellen bevinden zich het grootste deel van de tijd in de interfase. De interfase bestaat uit drie subfasen: de G1-, S-, en G2-fase.

Groeiarrest

Groeiarrest is de gebeurtenis waarbij een cel de celcyclus staakt en niet overgaat tot celdeling.

Genotype

Het genotype is de verzameling van alle erfelijke informatie van een individu. Die informatie ligt vast in het DNA op de chromosomen. Het genotype zorgt in wisselwerking met de omgeving voor een fenotype.

Genoombrede screening

Een genoombrede screening, is een onderzoek waarbij het volledige genoom van een individu wordt gesequenced en geanalyseerd op erfelijke afwijkingen.

Genoom

Het genoom is de complete verzameling erfelijk materiaal van een cel of een virus.

Genetische testen

Met een genetische test kan een verandering of een defect in een specifiek genvastgesteld worden. Hiermee is het voor sommige erfelijke afwijkingen, die door een mutatie in één gen veroorzaakt worden, mogelijk een abnormaal ziekteverwekkend allelop te sporen. Dat gebeurt aan de hand van genetische merkers: DNA-sequenties die binnen een populatie variëren.

Genetische modificatie

Genetische modificatie is het door de mens gericht veranderen van het erfelijk materiaal van een organisme. Bij genetische modificatie worden één of meerdere genen kunstmatig toegevoegd of gewijzigd in het genoom van een organisme, waardoor het organisme eigenschappen krijgt dat het van nature niet heeft. Het wordt dan een genetisch gemodificeerd organisme (ggo, of gmo, naar het Engelse genetically modified organism), of transgeen organisme genoemd.

Gelelektroforese

Gelelektroforese is een techniek waarmee moleculen, zoals DNA, RNA en eiwitten, op grootte kunnen worden gescheiden.

Erfelijke afwijking

Een erfelijke afwijking is een afwijking die door ouders via het erfelijk materiaal aan hun nakomelingen kan worden doorgegeven. De afwijking wordt (mede) veroorzaakt door een afwijking in het DNA.

Epigenetica

Waar genetica de studie is naar erfelijke informatie in de nucleotidenvolgorde in het DNA, is epigenetica de studie van overerfbare veranderingen aan het DNA die niet in de nucleotidenvolgorde zijn terug te vinden.

Dubbele helix

‘Dubbele helix’ is een omschrijving van de vorm die een uitgerold DNA-molecuul heeft: twee strengen die om elkaar gedraaid zijn. De vorm wordt tegenwoordig vaak gebruikt als het symbool voor DNA.
De helix is ‘rechtsdraaiend’. Als een van de strengen een glijbaan was en je zou er vanaf glijden, dan zou je een bocht maken met de klok mee.

DNA-sequencen

DNA-sequencen is het bepalen van de nucleotidenvolgorde van een stuk DNA.

DNA-reparatie

Alle cellen hebben een systeem om schade aan het DNA te repareren.
Schade aan het DNA kan ontstaan door foutjes tijdens de DNA-replicatie, maar ook bijvoorbeeld door de invloed van mutagene stoffen.

DNA-extractie

DNA-extractie of DNA-isolatie is de techniek waarmee DNA uit cellen gehaald wordt voor verdere analyse. Dat gebeurt in het algemeen in de volgende stappen:

DNA (Desoxyribonucleïnezuur)

DNA is het materiaal waarin de erfelijke informatie van een organisme is vastgelegd. DNA is een afkorting van deoxyribonucleid acid, in het Nederlands desoxyribonucleinezuur.

Crossing over

Crossing-over is de uitwisseling van genen tussen de chromosomen van de vader en die van de moeder, tijdens de meiose. Hierdoor ontstaan recombinante chromosomen: één chromosoom bevat genen afkomstig van twee verschillende ouders.

Basenparing

Basenparing is de binding via waterstofbruggen tussen de stikstofbasen C en G, respectievelijk A en T (in DNA) of U (in RNA).