Resultaten voor DNA

107 Results

iPS-cel

Een iPS-cel (induced pluripotent stem cell ) is een gespecialiseerde volwassen cel die via kunstmatige herprogrammering weer pluripotent wordt.

Interfase

De interfase omvat het grootste deel van de eukaryote celcyclus. Naast de interfase bestaat die celcyclus uit de mitose. De meeste cellen bevinden zich het grootste deel van de tijd in de interfase. De interfase bestaat uit drie subfasen: de G1-, S-, en G2-fase.

14

Hardy-Weinberg

Het Hardy-Weinberg-evenwicht is de verhouding waarin allelen en genotypen in een populatie voor zouden komen als die populatie ‘perfect’ zou zijn. Dat wil zeggen: als er geen mutaties zijn, individuen willekeurig paren, geen van de allelen een selectievoordeel heeft, er geen uitwisseling is met andere populaties, de generaties niet overlappen en de populatie oneindig groot is.

13

Haploïd

Een cel die van alle chromosomen slechts één exemplaar heeft, noemen we haploïd.

16

Groeiarrest

Groeiarrest is de gebeurtenis waarbij een cel de celcyclus staakt en niet overgaat tot celdeling.

2

Golgi-apparaat

Het golgi-apparaat of golgi-systeem, een organel, is een stapel platte zakjes gevormd door een membraan. In het golgi-systeem worden eiwitten en vetten afkomstig uit het endoplasmatisch reticulum verder bewerkt, opgeslagen en getransporteerd. Het golgi-apparaat komt alleen voor in eukaryote cellen.

23

Genotype

Het genotype is de verzameling van alle erfelijke informatie van een individu. Die informatie ligt vast in het DNA op de chromosomen. Het genotype zorgt in wisselwerking met de omgeving voor een fenotype.

6

Genoombrede screening

Een genoombrede screening, is een onderzoek waarbij het volledige genoom van een individu wordt gesequenced en geanalyseerd op erfelijke afwijkingen.

Genoom

Het genoom is de complete verzameling erfelijk materiaal van een cel of een virus.

4

Genfamilie

Een genfamilie is een groep verwante genen binnen het genoom van een organisme. Genen worden in families ingedeeld aan de hand van overeenkomende nucleotidenvolgorden in het DNA. Omdat deze DNA-sequenties sterk op elkaar lijken, hebben genen binnen een genfamilie vaak op elkaar lijkende producten, met vaak verwante functies.

1

Genexpressie

Genexpressie is het proces waarbij informatie in een gen ‘tot expressie komt’ doordat het gen afgelezen wordt en RNA en eiwitten worden gemaakt.

7

Genetische testen

Met een genetische test kan een verandering of een defect in een specifiek genvastgesteld worden. Hiermee is het voor sommige erfelijke afwijkingen, die door een mutatie in één gen veroorzaakt worden, mogelijk een abnormaal ziekteverwekkend allelop te sporen. Dat gebeurt aan de hand van genetische merkers: DNA-sequenties die binnen een populatie variëren.

1

Genetische modificatie

Genetische modificatie is het door de mens gericht veranderen van het erfelijk materiaal van een organisme. Bij genetische modificatie worden één of meerdere genen kunstmatig toegevoegd of gewijzigd in het genoom van een organisme, waardoor het organisme eigenschappen krijgt dat het van nature niet heeft. Het wordt dan een genetisch gemodificeerd organisme (ggo, of gmo, naar het Engelse genetically modified organism), of transgeen organisme genoemd.

4

Gelelektroforese

Gelelektroforese is een techniek waarmee moleculen, zoals DNA, RNA en eiwitten, op grootte kunnen worden gescheiden.

16

Erfelijke afwijking

Een erfelijke afwijking is een afwijking die door ouders via het erfelijk materiaal aan hun nakomelingen kan worden doorgegeven. De afwijking wordt (mede) veroorzaakt door een afwijking in het DNA.

1

Epigenetica

Waar genetica de studie is naar erfelijke informatie in de nucleotidenvolgorde in het DNA, is epigenetica de studie van overerfbare veranderingen aan het DNA die niet in de nucleotidenvolgorde zijn terug te vinden.

4

Endoplasmatisch reticulum

Het endoplasmatisch reticulum, een organel, is een netwerk van buisjes en zakjes in de cel. Het is opgebouwd uit één membraan dat verbonden is met het membraan van de celkern. Het endoplasmatisch reticulum komt alleen voor in eukaryote cellen.

33

Eiwitten

Eiwitten zijn moleculen die bestaan uit ketens van aan elkaar gekoppelde aminozuren. Meerdere aan elkaar gekoppelde aminozuren vormen een polypeptide. Sommige eiwitten bestaan uit één polypeptide, andere eiwitten bestaan uit meerdere polypeptiden. Zo kan een eiwit bestaan uit enkele honderden tot wel duizenden aminozuren, en zich opvouwen en oprollen tot 3d-structuren met unieke eigenschappen.

4

Dubbele helix

‘Dubbele helix’ is een omschrijving van de vorm die een uitgerold DNA-molecuul heeft: twee strengen die om elkaar gedraaid zijn. De vorm wordt tegenwoordig vaak gebruikt als het symbool voor DNA.
De helix is ‘rechtsdraaiend’. Als een van de strengen een glijbaan was en je zou er vanaf glijden, dan zou je een bocht maken met de klok mee.

14

Crossing over

Crossing-over is de uitwisseling van genen tussen de chromosomen van de vader en die van de moeder, tijdens de meiose. Hierdoor ontstaan recombinante chromosomen: één chromosoom bevat genen afkomstig van twee verschillende ouders.

2

Chromosoom

Een chromosoom is een DNA-molecuul. Chromosomen bevatten alle erfelijke informatie van een individu. Alle lichaamscellen van een individu bevatten dezelfde chromosomen.

5

Celspecialisatie

Het proces waardoor cellen een specifieke structuur en functie krijgen, noemen we celspecialisatie.

4

Celkern

De celkern is het organel in de cel waarin de chromosomen met het DNA liggen opgeslagen.

9

Celcyclus

De celcyclus is het leven van een cel, vanaf zijn ontstaan uit een delende oudercel, tot aan zijn eigen deling in twee nieuwe cellen.

5

Cel

Een cel is de bouwsteen waaruit alle organismen bestaan.

4

Basenparing

Basenparing is de binding via waterstofbruggen tussen de stikstofbasen C en G, respectievelijk A en T (in DNA) of U (in RNA).

9

Aminozuur

Aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten.

7